Augustus 2007
Uit het archief van NieuwsuitDorst. Afbeeldingen en foto’s zijn weggelaten, deze zijn op te vragen via  info@nieuwsuitdorst.nl.

+++

Voorwoord

Even dit:
Voor mensen die wat vaker achter de pc zitten is het wellicht een optie om NieuwsuitDorst in PDF formaat (Adobe) te kunnen ontvangen. Je kunt deze dan openen en zelf ff op papier zetten. Wie hier interesse in heeft kan zich bij mij opgeven en ik zal hem dan elke maand via de mail verzenden.

Inmiddels hebben zich twee nieuwe redactieleden gemeld, we zijn hier heel blij mee. De taken kunnen nu verdeeld worden en wellicht kunnen we in de toekomst eindelijk eens wat nieuwe dingen aanpakken. Alle suggesties zijn nog steeds welkom.

Vanaf hier wens ik een ieder een fijne vakantie. Voor wie in Nederland blijft hoop ik dat het weer beter wordt dan dat het nu is.

Vriendelijke groet, Wilma Stolk

+++

Groeten uit Dorst

Uit het verleden van Dorst – Onze Oud-Brabantse boerderijen
Er zijn 2 verschillende typen oude Brabantse boerderijen, die van voor 1880 en van daarna, toen door meer welstand meer baksteen gebruikt werd en er meer ruimte, gerief en hygiëne kwam. De bouwer van vóór 1880 begon met van zwaar eikenhout de nodige gebinten (4 of 5 naar gelang van de hoogte) op maat in elkaar te timmeren. Dat waren zware stammen die ongeveer vierkant bekapt werden. Aan de manier waarop dat bekappen geschied was, kunnen we nog zien tot welke graad van vakmanschap de betrokkene het gebracht had. Menig timmerman was zo handig met aks en dissel, dat hij de balken bekapte alsof ze geschaafd waren en hoe stevig en onwrikbaar een gebint zonder ook maar één spijker in elkaar werd getimmerd doet ons verwonderd staan. Alles werd eerst op maat gesteld en daarna begon men aan de buiten omkleding, bestaande geheel of gedeeltelijk uit met leem besmeerd houten vlechtwerk of in de zon uit leem gebakken stenen, die vaak in eigen veldovens gestookt werden, ook hier in de omgeving.
Het eerste gebint kwam in het voorhuis te staan. De zware balk liep dwars door het grote vertrek en dit feit gaf dan ook aanleiding om, wanneer van een enige jaren getrouwde boer, die behalve op andere wijze ook gezegend was met een uitgebreide kroost, gezegd werd, dat hij goed boerde, te antwoorden: “Ja! en vooral onder het voorste gebint!”
Het bezit van een kachel werd voor 1880 als een echte luxe beschouwd, die maar weinigen zich konden permitteren. Er moest dus ook bij de hevigste vorst warmte gezocht worden onder of bij de schouw en als de kring zo groot was dat enigen vóór het schouwvuur en dus nog in den herd een plaats moesten vinden, gebeurde het vaak, dat deze de verzuchting moesten slaken: van voren smelten en van achteren bevriezen. Heel vroeger had de herd een lemen vloer; de plavuizen kwamen later, ze werden, soms op artistieke wijze met wit zand bestrooid. De versieringen met het witte, fijne, droge zand konden zo mooi zijn, dat het eigenlijk jammer was dat al dat moois plotseling door slepende rokken en slepende klompen vernietigd moest .worden. Het te stoken materiaal lag in de houtbak en bestond uit hout, turf of heiplaggen.
De tegenoverliggende hoek van de schouw was bestemd voor “de grote stoel”. Aan die kant sloot de bakoven aan en daar was de ovendeur.Onder de oven wlas de errepelkelder. De achterwand van de schouw werd aan de stoelkant onderbroken door’ een vierkant gat, dat met twee schuin tegen elkaar geplaatste ruiten doorzicht gaf naar de voorstal. Hierin werd ‘s-avonds een snotneus of klein petroleumlampje gezet om licht op de voorstal te verspreiden. De vuurplaat van gegoten ijzer beschermde de muur tegen de hitte. Tussen vuurplaat en houtbak bevond zich het stookgat voor de op de voorstal gemetselde sopketel.
De bedstede lag tegen de zijwand van den herd en achter die zijwand de kelder, die vaak toegang kreeg door een tegen het voeteinde van de bedstede gelegen opklapbare schuinsliggende deur, neergelaten aan de bovenzijde beslagen met enige treden, waarover men de juist daarboven gelegen deur naar de opkamer kon bereiken. Dit was in de regel de slaapgelegenheid voor meid of knecht. In de voorstal stond dus de sopketel, een gegoten ijzeren pot van 100 à 150 liter met een planken deksel. Ook waren er nog een meelkist, een trog om het meel te mengen en een tegen de wand steil aangebrachte ladder, die door een gat in de zoldering toegang verleende naar de hooizolder, de zogenaamde schelft.
De hakselbak bevatte het haverstrohaksel voor het paard. Tegen een van de wanden van de stal was een zekere gelegenheid, een primitieve W.C. in de vorm van een halve ton met bril. Tegen de zoldering van de achterstal hing een stevig hekwerk, waarop via een laddertje de kippen de nacht moesten doorbrengen. Verder stonden en hingen tegen de wand oude manden of bijenkorven om als legnesten dienst te doen.

Ook stond in een hoek de varkenskooi, getimmerd van dennensparren en planken. De vloer was van leem en diende voor het dorsen. Laat ons het huis nog eens wat nader bekijken. De ramen hadden altijd goed sluitbare vensters en bij de alleroudste kwamen de schilderachtige halfvensters voor. Het bovenlicht boven de deur was, evenmin als de voordeur niet hoog. Toch was het altijd verdeeld in een of andere figuur. De deur had een klink, soms een klopper, kunstig gesmeed. Ook de strodekker kende zijn vak en maakte niet zelden het jaartal en de initialen in het dak. Voor de voordeur stond de, als een onmisbare huisbeschermer fungerende lindeboom, meestal geleid, om de 2 à 3 jaar gesnoeid en dikwijls van een eerbiedwaardige ouderdom, zwaar, robuust en grillig van vorm. Hij was.onafscheidelijk aan de Brabantse boerenwoning verbonden en er dikwijls niet alleen figuurlijk maar ook letterlijk aan vastgegroeid. Onafscheidelijk was ook de put met de putmik. De oudste putten waren van heiplagger of planken, later van steen. Daarbij stond menigmaal een vlierboom die aan moeder de vlierthee en zoontjelief de schiet- of klapbus verschafte.

Bij de staldeur lagen de vlaggemest-, strooisel- en erdhopen, nodig voor het mestmaken in de potstal.

Arnold Minjon

+++

Uit het Wando journaal van februari 1972

Mieren
We kennen ze allemaal, ze kunnen venijnig steken. En de steek veroorzaakt vreselijke jeuk. Ze dringen ons huis binnen tot in de provisiekast en de suikerpot. Je ziet ze haastig over het tuinpad rennen. Soms zie je de snelle diertjes in boom, struik of plant klimmen. Je zit rustig op de bosbodem of plots voel je gekriebel, mieren. Maar hoe zo’n mier of mieren leven, daar weten de meeste mensen heel weinig van.
Eén mier kan afzonderlijk niet leven. Enkele honderden of duizenden soortgenoten leven in een ”nest”. Het zijn dus evenals honingbijen, hommels en wespen, insecten die in een volk of kolonie leven. Het zijn sociale insecten. In dat volk, in die staat heeft ieder individu zijn eigen taak. Allemaal samen maken ze voor elkaar het leven mogelijk.
De meeste mierensoorten hebben hun nest onder de grond. We hebben misschien allen wel eens ’n nest gezien van de grote, rode bosmier, een heuvel van dennennaalden, krioelend van de grote mieren die uit tal van gaatjes of pijpjes de heuvel in en uit rennen. In zo’n mierennest zitten een of heel vaak meerdere vrouwelijke wezens, de koninginnen. Zij leggen de eitjes en zorgen dus voor instandhouden en uitbreiden van het volk. Het aantal eitjes dat de koningin legt, hangt samen met het jaargetijde en het binnengebrachte voedsel. In het voorjaar enkele per dag, geleidelijk neemt het aantal gelegde eitjes toe en in de herfst daalt het aantal weer totdat voor het invallen van de winter de koningin haar eieren leggen weer staakt. De koningin leeft enkele jaren verder tussen een groot aantal werkmieren of arbeidsters. Het zijn onvolkomen uitgegroeide vrouwelijke mieren. Door krappe voeding zijn de eierstokken niet tot ontwikkeling gekomen. Zij verrichten al het werk in het nest. Het nest uitbouwen, de woning schoon houden, voedsel en bouwmateriaal aandragen. Het nest verdedigen. De koninginnen en de larfjes voeren. De poppen verzorgen, enz. Deze werkmieren zijn ongevleugeld. In het hartje van de zomer zult ge bij nauwkeurige waarneming uit een mierennest ook gevleugelde mieren naar buiten zien komen, die uit het nest vliegen. Dit zijn ofwel mannetjes of koninginnen. De jonge koninginnen stichten een nieuwe mierenstaat.

Voedsel van de mieren
De volwassen mieren voeden zich met suikerachtig vocht. Ze bezoeken bloemen, kruipen er in en likken de nectar op. Ook zult ge vaak zien, dat een plant, die dicht bezet is met bladluis, druk door mieren wordt bezocht. Bladluizen zuigen plantensap, zijn dus schadelijk. Bladluizen hebben op de rug twee fijne dunne buisjes, uit deze buisjes scheiden de bladluizen ’n zoet vocht af, de honingdauw. De bladeren van planten bezet met bladluizen glimmen vaak en voelen kleverig aan. Dit komt van de honingdauw die de bladluizen afscheiden en op de bladeren valt. Mieren komen nu in de bladluiscolonnes de honingdauw oplikken. Met de sprieten strelen ze langs de honingbuisjes van de bladluizen, die daardoor nog meer honingdauw afscheiden. De bladluizen zijn dus als het ware de melkkoeien van de mieren. Wordt het aantal mieren op een plant, te groot waardoor de bladluizen te weinig honingdauw geven, dan brengen de mieren bladluizen over naar andere planten waarop nog geen luizen zitten. De “melkkoeien” geven nu natuurlijk meer.

C. van Alphen

+++

Dorst op Stelten 2007

Op zondag 19 augustus zet vriendenclub ’t Zooike Dorst Op Stelten. De gehele dag zal het centrum van Dorst zijn afgesloten omdat dit is omgebouwd tot een arena waar diverse teams een sportieve strijd aangaan.

Dit jaar is er een competitie voor zowel senioren als ook voor junioren. Voor beide winnaars is de wisselbeker en de eer om dit jaar als het sportiefste team te worden gehuldigd. Dit jaar nemen totaal 10 teams deel aan dit evenement. Dit zijn 5 senioren teams en 5 junioren teams. De teams bestaan uit ca. 10 personen, uit Dorst en Teteringen.

Kracht maar ook behendigheid worden tegen elkaar afgewogen door middel van de spectaculaire spellen, zoals de hindernisbaan, estafetterace, de krachtproef, buikschuiven en een nieuw spel het Tobbedansen. Dit jaar is er veel water bij de spellen betrokken, wat voor heel leuke beelden kan zorgen.

Voor het publiek is er voldoende gelegenheid om de deelnemers aan het werk te zien. Daarnaast is het dorpsplein gezellig ingericht, is er een bar en muziek. Ook aan de kinderen die niet deelnemen is gedacht, voor hen wordt een springkussen gereed gezet.

Dorst op Stelten wordt mede mogelijk gemaakt door diverse sponsors, zoals de Vliert sierbestrating, Rabobank en Kreuknietgroep B.V.

Dorst op Stelten begint om ca. 10 uur . De prijsuitreiking vindt ’s avonds plaats bij Honger en Dorst aan de Rijksweg.

+++

Brandweerhuisje en Antennemast

Versleten Brandweerhuisje/Cachot wordt opgeknapt
Het versleten en verpauperde brandweerhuisje/cachot aan het Kapelerf te Dorst wordt opgeknapt. Naar aanleiding van door ondergetekende op 2 september 2004 gestelde vragen aan het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Oosterhout is het nu dan zover dat er een bouwvergunning (monumentenvergunning) en budget is verleend voor het opkappen van dit pandje. Het pandje zal in zijn geheel worden opgeknapt, dat wil zeggen zowel in- als uitwendig. Er wordt een aansluiting aangebracht voor water en stroom en het zal van verwarming worden voorzien. De boom die nu nog voor het pandje staat zal worden gerooid, om reden dat de wortels de muren van dit pandje omhoog drukken en schade toebrengen. In september zal worden gestart met de werkzaamheden en wanneer het pandje is opgeknapt zal er een passende bestemming voor worden gezocht. Bij deze het verzoek aan de inwoners van Dorst/Verenigingen/ Stichtingen om mee te denken voor een goede bestemming voor dit pandje. Suggesties zijn welkom bij Walther Hoosemans, 0161-412127.

Antennemast aan de Sparrenlaan gaat verdwijnen
De antennemast staande op het trainingsveld van de V.V. Neerlandia aan de Sparrenlaan gaat verdwijnen. Na het indienen door ondergetekende van een motie in de Gemeenteraad van Oosterhout en een periode van bijna 3 jaar onderhandelen is er overeenstemming bereikt tussen een aantal partijen (Gemeente Oosterhout/T-Mobile/Staatsbosbeheer/Brabant Water) om deze mast te plaatsen op het terrein van Brabant water aan de Wethouder van Dijklaan. De bouwvergunning is inmiddels verleend en de werkzaamheden zullen z.s.m. worden opgestart. De omwonenden hebben inmiddels een bewonersbrief van de gemeente Oosterhout ontvangen.

Walther Hoosemans