U heeft momenteel alweer Dorstlezer nummer drie in handen, het begint al een beetje vertrouwd te worden. Hier en daar hoor ik dat het van kaft tot kaft gelezen wordt en wij van de redactie zien dat als een compliment. Vooral de full-color foto pagina’s, waarop menig Dorstenaar zichzelf terug zag, werden gewaardeerd.

Het is een vernuftig hoogstandje dat door vaardige deskundigen en dankzij moderne digitale technieken aanzienlijk versneld en vereenvoudigd is ten opzichte van 25 jaar geleden.

‘Digitaal’, wie wist toen wat dat was? Toen was analoog en geluk nog heel gewoon. Ondertussen zijn we haast ongemerkt – via een stille revolutie, die heeft plaats gevonden tussen het papieren-loonzakje-in-de-hand naar het on-line-bankieren – dat wonderlijke ‘digitale tijdperk’ ingegleden.

Je koopt een boek of een cd zonder je stoel uit te komen. Je hoeft je mond niet meer open te doen om een vakantiereis naar Frankrijk af te ‘spreken’. En je kunt je auto parkeren zonder een eurocent op zak. Makkelijk toch?

Alles dankzij het ‘digitale karrenspoor’. ‘Analoog’ betekent letterlijk: overeenkomstig / overeenkomend. In deze context duidt dat op de overeenkomst met de wereld waarin we leven. Zoals een zonnewijzer
‘analoog’ aan de baan die de zon aan het hemelgewelf bestrijkt, haar schaduw op het uur van de dag laat vallen. Waarschijnlijk wisten onze voorouders ’s nachts dan ook niet hoe laat het was (maar dit terzijde).

Digitale technieken maken gebruik van bits en bites in een mathematisch jargon van nullen en enen, waarmee zij de analoge wereld omzetten in een digitale wereld. Daarmee zitten we, zonder dat we het weten, met z’n allen in een ‘cloud’; je ziet het niet, je hoort het niet en je voelt het niet, maar het is er wel.

Dat is dan de virtuele wereld. Virtueel is ‘voorwaardelijk aanwezig’, dat wil zeggen het-zou-kunnen, maar het is niet tastbaar. Wie in de analoge wereld thuis is kent Digitalis nog wel, het fraaie vingerhoedskruid, dat hoort tot de zogenaamde heksenkruiden, wild en giftig. Maar ook heilzaam, want het digoxine, dat gewonnen wordt uit de bladeren van tweejarige planten, wordt tevens gebruikt bij de behandeling van bepaalde hartritmestoornissen.

De botanische naam Digitalis betekent ‘vinger’, het heeft de Nederlandse naam vingerhoedskruid gekregen omdat het kruid om de menselijke vinger past.Digi- en Ana- bijten elkaar dus niet. Digi- spreekt haar nieuwe eigentijdse taal, maar Ana- loog niet.

Zij spreekt een eigen waarheid met beide benen op de grond zonder haar hoofd in een cloud. Een cloud is een verzameling giga-computers, die onderling ‘praten’. Cloud is van oorsprong natuurlijk ook gewoon Engels voor wolk. Maar een wolk is door zijn ‘hemelse’ positie natuurlijk al wel een beetje aan het aardse bestaan onttrokken.

Kent u de strip van Fokke en Sukke? Vraagt Fokke aan Sukke: “Geloof jij in de cloud?” Zegt Sukke: “Ik geloof wel, dat er ‘iets’ bestaat.” Wanneer u dit spinsel niet interessant vindt of wanneer nog geen iPad heeft, dan bent u vermoedelijk digi-beet. Dat is overigens lang niet zo erg dan een teken-beet en je kunt er rustig heel oud mee worden.

HH