November 2008
Uit het archief van NieuwsuitDorst. Afbeeldingen en foto’s zijn weggelaten, deze zijn op te vragen via info@nieuwsuitdorst.nl.
+++
Voorwoord
Ik ben pas geleden door een trouwe lezer gewezen op enkele foutjes. Er waren namelijk wat dingen verouderd in de Basisvoorzieningen. De foutjes zijn verholpen, maar mocht je nog andere foutjes tegen komen: laat het me weten!
Verder weinig opmerkelijks, ik zal het dus kort houden: veel leesplezier gewenst!
Frenk Loonen, webmaster
+++
Nieuws uit de Parochie Heilige Marcoen
1 en 2 november Allerheiligen en Allerzielen
November is een sobere maand, vinden velen. Dood en doods, zo lijkt de natuur te worden. Bladeren vallen, bomen worden kaal. Het is vaak mistig en vroeg donker. Op de eerste dag van november viert de kerk Allerheiligen. Je zou het het familiefeest van de kerk kunnen noemen. Alle heiligen worden herdacht, ook degenen die niet officieel heilig verklaard zijn, maar wel tot voorbeeld worden door hun manier van leven. Al die mensen die in de loop van de eeuwen ons tot voorbeeld strekken, zeggen ons op dit feest: niet het graf is het einde, maar het eeuwige leven, de gemeenschap met God, de levende God. Daarom liggen Allerheiligen en Allerzielen zo dicht bij elkaar. Op Allerzielen gedenken we onze doden. Denkend aan hun dood en aan onze eigen dood vieren we tegelijkertijd de opstanding van de doden en de overwinning van het leven op de dood. Van oudsher trekken mensen deze dagen naar het kerkhof om hun doden te groeten en hun graf te versieren met bloemen en kaarsen. In onze parochie doen we dat ook.
Op zondag 2 november om 11.00 uur vieren we in onze kerk Allerzielen. Tijdens de eucharistieviering zullen onze overleden parochianen van het afgelopen jaar worden genoemd en allen voor wie een intentie werd opgegeven. We ontsteken voor hen een kaars aan de paaskaars. Na de viering trekken we in een stille tocht naar het kerkhof met een brandend kaarsje in de hand. Daar verzamelen we ons bij het kruis, waar vuur ontstoken, een gebed gesproken en een lied gezongen wordt. Hierna wordt het kaarsje op het graf van onze dierbare dode gezet. Als er geen naaste van u op het kerkhof begraven ligt, dan zou u kunnen kijken bij wie geen kaarsje brandt, of u zet uw kaarsje bij het grote kruis.
De bedevaart naar Lourdes
Op 6 september jl. gingen 49 pelgrims uit onze regio op weg naar Lourdes. Veertien mensen uit Dorst en twee uit Oosteind gingen mee. De rest kwam vooral uit Oosterhout en van elders. Het werd een zeer geslaagde, prachtige reis. Enkele pelgrims schreven hun ervaringen op. Een kleine bloemlezing eruit volgt hieronder.
Inleiding
- Een bedevaart naar Lourdes. In deze tijd, is dat nog wel aantrekkelijk? Bij mij komt de herinnering weer naar boven uit de jaren ’50, de tijd dat ik samen met m’n vader ’s nachts biddend met de trein van Rotterdam naar Amsterdam ging om daar de stille omgang te lopen. Zie je het al voor je in de bus 1400 km bidden? Nee, we maken er ook een vakantie reisje van. Vooruit dan maar. Zaterdag 6 september om 8 uur vertrokken we vanaf de kerk. Voor we Nederland uit waren hebben we al gebeden. En het was goed, want vanaf dat moment hebben we een perfecte reis gehad.
- Wat ik zag, voelde en beleefde in die 9 dagen: een busgezelschap van totaal 49 personen uit de Oosterhoutse parochies, die elkaar een beetje of niet kenden, maar in de loop van de week, bij de activiteiten, maaltijden en terrasjes meer ontmoetten; we waren soms ernstig, maar hebben ook veel gelachen om kleine voorvallen en missers. Een ervaren chauffeur, die goed thuis was in de streek. Reisleiders: Pastor Ton van Balveren en Leo van der Meer, die al jarenlang o.a. bedevaarten naar Lourdes pastoraal en medisch begeleiden. Onderweg een wisselend landschap, soms met kleine dorpjes, waarin ik 2008 zou willen meemaken, met veel zon en wegen zonder files.
Dag 1
Het begon bij de kathedraal van Reims. Onze reisleider wist er veel van te vertellen en onderweg hebben we dankzij de sympathieke chauffeur veel gezien en gelachen. We overnachtten in Orleans.
Dag 2
Het volgende reisdoel was Nevers. Heel indrukwekkend was de eucharistieviering naast de glazen schrijn met het lichaam van Bernadette. Voor mij DE start van de bedevaart. Na de viering vond in het klooster van de Soeurs de Charité het middagmaal plaats. Een zeer goed verzorgde maaltijd was het. Hierna reed de bus naar Rodez om daar te overnachten.
Dag 3
Na Rodez te hebben aangedaan komen we dan in Lourdes. Ik was er al eens eerder geweest, tijdens een vakantie een middagje Lourdes gedaan. Toen niet veel gezien, het was slecht weer en tijdens een druilerig regentje de lichtprocessie gelopen. Nu was het inderdaad anders. Samen met 50 mensen maar 1 gezelschap hebben we Lourdes gevierd. Mij stond nog bij de vele souvenirwinkeltjes zoals in Valkenburg. Maar wat nu opviel was dat waar het te doen viel, op de heilige plaatsen, er stilte en rust was. De commercie wordt goed op afstand gehouden. Zo kan deze bedevaart tot een indrukwekkende gebeurtenis uitgroeien vol devotie en gelegenheid tot bezinning.
Dag 4 t/m 6
In en rond Lourdes hebben we 3 1/2 dag doorgebracht; we hoefden daar niet alles zelf uit te zoeken, de 2 ervaren Lourdesgangers hadden een schema opgemaakt, waaraan we konden deelnemen:
- rondgang op het terrein van de Heiligdommen;
- sacramentsprocessie met ziekenzalving;
- lichtprocessie in het donker;
- internationale hoogmis in de ondergrondse Pius X kerk met alle in Lourdes zijnde bisschoppen en pastores; de kerk was lang voor het begin al helemaal vol;
- bezoek Cité St.Pierre, het eenvoudige “hotel” voor armen en niet-gewensten in de hotels;
- grote en/of kleine kruisweg;
- bezoek aan de grot met kaarsen opsteken voor onze intenties;
- onderdompeling in de baden.
In de ondergrondse Pius X basiliek vierden we de Internationale hoogmis met 25.000 (ja 3 nullen) mensen. Je moet van steen zijn wil je daar niet door geroerd raken. We hebben de kruisweg gelopen en gebeden in de warmte van de dag, maar het deed je goed.
Het weer is prima geweest. Iedere dag zon. Behalve donderdagmiddag. Die middag zijn we naar Cité St.Pierre geweest. Een tehuis, gerund door vrijwilligers, om mensen die om de een of andere reden niet in een hotel kunnen verblijven, toch de gelegenheid te geven naar Lourdes te komen. Daar hebben we eucharistie gevierd in een schaapskooi. Terwijl de wind om de kooi gierde en de regen op het dak van stro kletterde stonden we daar te zingen en te bidden. Pastor Ton legde ons de handen op en gaf een persoonlijke zegen. Wat een warmte in die kooi!
We zijn ook een middag verder de Pyreneeën ingegaan; waar de bus er wel eens vaker op moest aanleggen om de haarspeldbocht te maken;
Dag 7
Weer op huis aan. Onderweg een bezoek aan de bedevaartplaats Rocamadour in een prachtig berglandschap gelegen.
Dag 8
We bezochten de wereldberoemde kathedraal van Chartres. In de crypte hiervan hebben we met ons eigen groepje Eucharistie gevierd, voorgegaan door Pastor Ton. Diep ontroerd zongen we hand in hand gezamenlijk het lied: “geef mij je hand, geef mij ze allebei en vertel me even, dat je niet kunt leven zonder mij”;
In de middag vertrokken we naar Parijs. Daar bleek weer eens wat een geweldige chauffeur we hadden. Hij kende Parijs als zijn broekzak, reed er makkelijker doorheen dan door Dorst, en vertelde ondertussen allerlei bijzonderheden.
Dag 9
De laatste twee dagen hebben we vanuit de bus en de rondvaartboot op de Seine bijna alle bekende gebouwen van Parijs meerdere keren gezien; hebben onder de Eiffeltoren door gelopen; sommigen vlakbij in de draaimolen gezeten; op zondag vanaf de trappen van de Sacré Coeur uitzicht over de omgeving gehad en langs de schilder- en tekenaarskraampjes over Place du Têtre gewandeld; Van Parijs naar St.Niklaas voor het diner en toen naar huis, naar Dorst en Oosterhout vanwaar negen dagen tevoren de reis was begonnen.
Nawoord:
Het was bijzonder om deze reis te maken met zoveel gelijkgestemde mensen. Gaande de negen dagen met veel kerkbezoek en meemaken van diverse facetten van kerkelijke vieringen, waarbij ik een blij gevoel kreeg, vroeg ik me af:
- Ben ik aan het zweven in hogere sferen? Volgens mij zweefde ik niet: in Dorst denk ik ook te geloven in een nabije God, die mijn praatpaal is in leuke en moeilijke tijden; die mijn halve woord helemaal verstaat en die me helpt, waar ik zelf het niet klaarkrijg. Ik denk dat in het volgen van het voorbeeld van Jezus meer echt mensengeluk te vinden is dan in een cursus “opkomen voor jezelf” of zelfverdediging. Hierin passen de ervaringen van de reis: zorgzaamheid, gezelligheid, kijken-voelen-overdenken van het goede en mooie rondom mij, ontmoeting, ontroering, bidden in en ervaren van een traditie van ruim 2000 jaar oud, die nog steeds mensen aanspreekt.
- Kan ik straks in Dorst mijn verhaal over deze reis aan iemand kwijt?? In de eerste week na mijn thuiskomst heb ik meer dan 15 keer mijn verhaal verteld en de meeste luisteraars herkenden een of meer vormen van mijn ervaring.
Ik had deze reis niet graag willen missen!!
Zondagavond waren we weer terug in Dorst. Een geweldige ervaring rijker. Een aanrader voor anderen? Jazeker. Voor herhaling vatbaar? Ook dat nog. Geweldig mooi was het weer. Bijzonder goed was de sfeer. We gingen vol van genade naar huis, iets makkelijker dragend ons eigen kruis, dankend Maria en onze Heer.
Geld verdwijnt, het woord blijft
Begint het een beetje rustiger te worden aan het financiële front, of lijkt dat maar zo? Er is een crisis, een kredietcrisis. Mensen met veel geld, mensen met geld op de verkeerde bank en mensen met aandelen maken moeilijke tijden mee. Velen zijn nog steeds niet gerust, want je zal je geld maar op een IJslandse bank gezet hebben en je zal maar flink in aandelen handelen. Wat mij vóór alles duidelijk is geworden, is dat een kredietcrisis ontstaat door menselijk falen, door een vervelende menselijke eigenschap, die zo oud is als de mensheid zelf: hebzucht.
In het allereerste verhaal in onze bijbel komt het al voor: de hebzucht van Adam en Eva, de eerste mensen. Ze hadden het zo goed in het paradijs. Ze hadden alles, maar van de vruchten van die éne boom midden in de tuin, moesten ze afblijven. Door de duivel verleid eten ze er toch van want, zo had de duivel gezegd, dan zul je door de kennis van goed en kwaad gelijk worden aan God. Dat wilden ze wel, die twee, die eigenlijk alles al hadden. Ze wilden meer, ze wilden groter, ze wilden nog rijker worden en God is wel goed, maar niet gek en Hij zette hen zijn tuin uit.
Hebzucht is vaak de drijfveer van menselijk handelen. We hebben het kunnen zien: de hebzucht van bankiers en verzekeraars, die de gekste dingen bedachten om klanten te trekken. We zagen de hebzucht van die klanten die zich blind staarden op dat halve procent meer en daarbij vergaten goed te kijken naar de kleine letters. Ook onze Paus heeft gereageerd op de kredietcrisis. Hij zei het volgende: “Het woord van God is het fundament van alles; we moeten af van het idee dat het materiële, het grijpbare, betrouwbaarder is en meer zekerheid biedt.”
Kort samengevat zou je kunnen zeggen: “Geld verdwijnt, Gods Woord blijft”.
We worden als Christenen uitgedaagd ons leven naar dat Woord, het Woord van God in te richten. Een uitdaging die vraagt om geloof en vertrouwen, om daadkracht en standvastigheid. Hoe klinkt dat Woord van God en wat zegt dat Woord tot ons? Wie niet weet waar het Woord van God te vinden is, kan bij Jezus terecht. Niemand heeft zozeer laten horen en zien hoe God het bedoeld heeft. Kijkend en luisterend naar Hem kun je ontdekken dat niet het geld en niet de materie de belangrijkste waarden van het leven zijn, nee, het gaat om respect en waardering, om verdraagzaamheid en trouw. Je kunt er niet genoeg van geven, je kunt er niet genoeg van krijgen. Als het verlangen naar meer waarden weer groter zou worden in onze wereld, dan zou de wereld er heel anders gaan uitzien. Dan hoefden we niet bang meer te zijn voor een kredietcrisis of voor een economische crisis. Als het verlangen naar immateriële waarden groter zou worden, dan hoefden we misschien zelfs niet bang meer te zijn voor oorlog en geweld. De enorme economische crisis van de dertiger jaren vormde een welkome aanleiding voor een dictator als Hitler om oorlog te gaan voeren, om zijn rijk groter, machtiger en sterker te maken. Hebzucht gecombineerd met machtswellust. Het gaat vaak samen. Het moet ons niet meer overkomen. Al sinds oktober 1944 zijn wij hier ervan verschoond gebleven, God dank.
Nog altijd is er trouwens alle reden om niet alleen God dank te zeggen, maar ook degenen die toen hebben geholpen de vrijheid en de vrede te bevechten. In de maand oktober vinden in onze regio herdenkingen plaats, waarbij allen die vielen voor onze vrijheid worden geëerd. Het is goed om hen te danken en bovendien kan het een aanleiding zijn om ons er opnieuw goed van bewust te worden dat in ons leven met en voor elkaar geen plaats is voor hebzucht en machtswellust.
Onze samenleving moet het hebben van die andere zaken, die immateriële zaken. Onze samenleving moet het hebben van liefde en zorgzaamheid, van respect en waardering, van verdraagzaamheid en trouw. In zo’n samenleving hoeft niemand meer bang te zijn voor welke crisis dan ook.
Constante daling kerkelijk leven
Het kerkelijke onderzoekscentrum KASKI publiceerde onlangs de cijfers over 2006. Die geven aan dat dalingen in het ontvangen van sacramenten en het aantal kerkelijke bedienaren zich volgens vaste percentages voortzetten.
Kerkgang
Het aantal mensen dat wekelijks naar de kerk gaat, daalt sinds het begin van deze eeuw met 5 à 6 procent oftewel ongeveer 20.000 personen per jaar. In 2006 gingen ruim 322.000 mensen wekelijks naar de kerk (ruim 7,5 procent van alle katholieken), vergeleken met 418.000 in 2001. Het aantal regelmatige kerkgangers ligt hoger, op ongeveer 500.000 (11% van alle katholieken), omdat veel katholieken niet wekelijks, maar tweemaal per maand naar de kerk gaan.
Eerste communie en vormsel
Het percentage gedoopten dat de eerste communie doet, is al jaren vrij stabiel. Ongeveer 87 procent van de gedoopte kinderen doet de eerste communie. In 2006 deden 37.500 gedoopte kinderen de eerste communie. De daling van het aantal bedraagt twee tot drie procent per jaar. Het aantal gedoopten dat in 2006 ook het sacrament van het vormsel ontving, lag op ruim 26.000, iets meer dan de helft (54 procent) van de gedoopten. In 2000 was dat percentage nog 60.
Huwelijken
Het aantal kerkelijke huwelijken in 2006 was 6.500. De daling was in 2005 en 2006 slechts 2,5 procent, vergeleken met 8 procent in de periode 200-2004 en 11 procent in de jaren daarvoor.
Priesters
De daling van het aantal priesters, diakens en pastoraal werk(st)ers in parochies gaat gelijk op met de daling van het aantal katholieken: met 2 tot 3 procent per jaar. Daardoor is er in Nederland al jarenlang één pastorale bedienaar op ongeveer 3.700 parochianen. De krimp komt voornamelijk door het aantal priesters in de zielzorg dat met emeritaat is gegaan: van 911 in 2001 naar 741 in 2006. Het aantal studenten voor priester of permanent diaken aan de seminaries en andere priesteropleidingen stijgt licht.
Vrijwilligers
Het KASKI heeft geen exacte cijfers van het aantal vrijwilligers, omdat slecht ruim de helft van de parochies een opgave deed. Naar schatting waren er eind 2006 ruim een kwart miljoen vrijwilligers (254.100) werkzaam in 1.425 parochies, vergeleken met 274.600 twee jaar eerder. Bijna 100.000 van hen zijn koorlid, tweederde daarvan enkel koorlid.
Nog steeds de grootste
Officieel stonden er eind 2006 ruim 4,3 miljoen mensen als katholiek geregistreerd bij het R.-K. Bureau voor Ledenadministratie, oftewel 27 procent van de Nederlandse bevolking. In 2000 was dat percentage 31,7. De Protestantse Kerk in Nederland (PKN) is na de roomskatholieke Kerk met bijna 2 miljoen het tweede kerkgenootschap. (RKK.nl/KN) (Uit Katholiek Nieuwsblad, 4 januari 2008)
Pastor Ton van Balveren
+++
Nieuws uit het Stadskantoor Oosterhout
Portefeuilleverdeling college
Onlangs hebben de Partij van de Arbeid, Gemeentebelangen en de VVD besloten dat het voor de komende 1 1/2 jaar verantwoord is om met 4 wethouders door te gaan. Naar aanleiding van dit besluit heeft het college de definitieve herverdeling van de portefeuilles vastgesteld.
Ruimte-voor-ruimte-regeling
Het college heeft besloten geen medewerking te verlenen aan een verzoek tot bouw van ruimte-voor-ruimtewoningen aan de Groenestraat 22 te Dorst.
Fusie Cires-ZorgvoorWonen
Burgemeester en wethouder hebben besloten Cires mee te delen dat zij in beginsel geen bezwaar hebben tegen de voorgenomen fusie tussen Cires en corporatie ZorgvoorWonen uit Sprundel. De prestatieafspraken met Cires worden aangepast om de lokale Oosterhoutse woonbelangen veilig te stellen.
Vaststellen aantal wethouders
Het college stelt de raad voor om gedurende de resterende bestuursperiode het aantal wethouders te bepalen op vier.
Rioolvervanging Ribesstraat en Cypressenstraat
B. en w. gaan akkoord met de uitvoering van rioolvervangingen in de Ribesstraat en Cypressenstraat te Dorst en stellen hiervoor € 80.000 beschikbaar.
Beslissing op bezwaarschriften
Het bezwaarschrift tegen de vrijstelling en lichte bouwvergunning voor het uitbreiden van een woning aan de Dennenlaan te Dorst wordt ongegrond verklaard. Het bestreden besluit wordt in stand gelaten en er wordt geen proceskostenvergoeding toegekend. De formele gebreken die aan het besluit kleven worden in de beslissing op het bezwaar hersteld.
Stand van zaken professionalisering dorps- en wijkcentra
B. en w. hebben besloten de gemeenteraad en de besturen van de buurthuizen schriftelijk te informeren over de stand van zaken mbt. het aanbestedingstraject beheer en schoonmaak van de dorps- en wijkcentra.
Verkeersmaatregelen ‘verkeers- en verblijfsgebieden’
Het college heeft ingestemd met verkeersmaatregelen om diverse gebieden in Oosterhout van 50 naar 30 km te brengen. Deze actie komt voort uit het mobiliteitsplan. De maatregelen dragen bij aan de verkeersveiligheid.
Voornemen sluiting CWI-vestiging Oosterhout
Het college heeft kennis genomen van het voornemen van de raden van bestuur van het CWI en UWV om de Oosterhoutse CWI-vestiging te sluiten. Het college betreurt het voornemen en zal, samen met de gemeenten Drimmelen en Geertruidenberg, stappen ondernemen om de kwaliteit van de dienstverlening aan werkzoekenden en werkgevers in de regio Oosterhout te borgen.
Integrale Dorp Ontwikkelings Plannen voor de kerkdorpen
Om het opstellen van integrale dorpsontwikkelingsplannen voor de kerkdorpen mogelijk te maken, heeft het college besloten subsidie aan te vragen.
Woningbouw De Vliert in Dorst
Het college heeft ingestemd met de commentaarnota inspraak voorontwerpbestemmingsplan ‘De Vliert”. De inspraakreacties geven geen aanleiding om het plan aan te passen. Het college heeft besloten een vrijstellingsprocedure te starten en in dit kader het voorontwerp gedurende 6 weken ter inzage te leggen. Ook heeft het college besloten om te starten met een procedure om ontheffing te verlenen voor hogere grenswaarden in verband met de overschrijding van de maximale geluidsbelasting. Dit ontwerpbesluit wordt 2 weken ter inzage gelegd.
Eenmalige uitkering sociale minima
B. en w. hebben besloten uitvoering te geven aan de regeling eenmalige uitkering sociale minima 2008 en de beleidsregels vast te stellen die nodig zijn om dit mogelijk te maken. Met deze regeling wordt de groep mensen met een inkomen tot 120% van het sociaal minimum extra financieel ondersteund.
Aanleg voetpad, inrichting verblijfsgebied, parkeerplaats Wethouder van Dijklaan
In maart 2009 wordt gestart met de aanleg van een voetpad aan de Wethouder van Dijklaan tussen de spoorwegovergang en de Vijftigbunderweg. Tevens wordt het gebied ingericht als verblijfsgebied en wordt een parkeerplaats aangelegd.
Vervanging straatbomen t.g.v. wortelopdruk, herstellen van de bestrating aan de Sparrenlaan en Mispelstraat
In september 2009 worden alle straatbomen aan de Sparrenlaan en de Mispelstraat vervangen. Dit als gevolg van wortelopdruk. De bestrating zal worden hersteld. Er vindt geen profielaanpassing plaats.
Walther Hoosemans
Via de mail ontvangen van Wim Leemans: “Volgens de mail van A. Sjauw, van het stadhuis, wordt pas met de geluidswal begonnen misschien 2009. Gedateerd 3 november 2008. Wij hebben verder geen bewoners brief gehad na de toezegging derde kwartaal 2008.”
+++
Groeten uit Dorst – uit het Nieuwsblad Dorst van maart 2001
Vorige maand zag U vrolijke kinderen bij de leemkuilen op Seters. Nu 57 jaar geleden speelde zich daar een drama af wat minder vrolijk was en daar wil ik iets over vertellen. Al vele jaren hoorde ik geluiden dat er op Seters onder de oorlog een vliegtuig neergestort was en dat de vlieger daarbij om het leven kwam. Daar bleef het bij. Ik heb daar veel navraag over gedaan in en buiten Dorst maar alles wat ik te weten kwam was vaag en er waren onvoldoende aanknopingspunten om in de archieven een antwoord te vinden. Totdat ik kort geleden de sleutel tot de oplossing van het raadsel vond in een dagboek dat dorpsgenoot Marinus Koesen † vanaf 15 oktober 1944 tot eind 1945 bijhield. Een heel waardevol dagboek waarin een vader, die de zorg heeft voor een gezin, beschrijft hoe moeilijk en hoe gevaarlijk elke dag weer verloopt. Een belangrijk stuk voor onze geschiedschrijving en dankzij Marinus Koesen kan ik U het volgende laten weten. Hij schrijft in zijn dagboek op 29 december 1944:
“Op Seters Engels vliegtuig gevallen. Vanuit Oosterhout nog steeds zwaar artillerievuur richting Gorinchem. In Dorst een duizendtal Canadezen. Nog steeds veel V1’s”.
Uit deze aantekeningen blijkt duidelijk dat het twee maanden na de bevrijding nog steeds zeer onrustig en gevaarlijk was in Dorst. Van al de welwillende mensen die ik aangesproken heb over het verongelukte vliegtuig wist helaas niemand de goede datum te melden maar dank zij Marinus Koesen kon ik nu verder gaan zoeken. Er zijn veel mensen die zich bezig houden met de luchtoorlog boven Nederland. Al snel kreeg ik van hen te horen dat er van één eenmotorige jager, die op 29 december 1944 neerstortte, maar ongeveer de plaats bekend was waar die verongelukte. In Engelse bronnen staat vermeld Noord van Tilburg maar dat scheelt dus maar heel weinig. Toen ik dat wist ben ik verder gaan zoeken en het bleek dat op de Begraafplaats Zuylen in Breda tijdelijk een Engelse piloot begraven lag die op 29 december 1944 verongelukte.
Wat is er nu precies gebeurd? Een klein groepje Spitfire jagers is opgestegen vanaf vliegveld Woensdrecht om in Noord – Nederland, toen dus nog door Duitsers bezet, schepen te gaan beschieten om zodoende de Duitse oorlogsvoering te hinderen. Op de terugweg kreeg de sergeant-vlieger Peter Attwooll moelijkheden met zijn machine maar mogelijk was hij ook gewond geraakt. Hij kondigde aan een noodlanding te maken. Dat deed hij in de Boswachterij Dorst op een open, dun begroeid stuk want dat waren oude leemkuilen die gedempt werden met huisvuil uit Oosterhout. De noodlanding mislukte. Hij kwam veel te hard op de grond en de vlieger overleefde dit niet. Hij was vrijwel op slag dood.
Dit zijn de feiten die ik tot heden toe bij elkaar gesprokkeld heb en ik wil U daar nu van op de hoogte brengen. Ik ga nu verder proberen meer officiele gegevens te vergaren want buiten de dagboekaantekening heb ik niets op papier. Er zijn in Engeland rapporten opgeslagen waar de toedracht uitgebreid in beschreven staat. Hier in Nederland is niets te vinden. Niet in het politiearchief, ook niet in het journaal van de torenwacht van de Luchtbeschermingsdienst en ook niet in de krant van die dagen. Dat er uiteindelijk zo weinig van bekend is lijkt vreemd maar het is toch wel verklaarbaar. Het was eigenlijk nog oorlog. Op Seters werden nog achtergebleven Duitsers gezien, er vielen regelmatig V1’s en granaten en het dagelijkse leven was nog volledig ontwricht. Niemand ging verder van huis dan strikt nodig was en er waren andere zorgen dan naar een gevallen vliegtuig te gaan kijken.
Inmiddels heb ik voldoende gegevens te verzameld om de naam van Flight Sergeant Peter Ralph Attwooll, die op 22 jarige leeftijd op vrijdag 29 december 1944 te Dorst met zijn Spitfire verongelukte, in onze eigen Vredeskapel en op het monument voor de gesneuvelden in Oosterhout vermeld te krijgen.
Groeten, Jos van Alphen
+++
Uit het Wando Journaal van april 1970
Uit vroeger dagen
1814 – Schoolonderwijzer H.G. van Eyl te Dorst – Brief van het Commissariaat van het Arrondissement Breda.
Breda, 1 November 1814.
Ik ben geïnformeerd dat H.C. van Eyl zich op de 13e juni 1814 te Dorst onder Oosterhout heeft neergezet als schoolonderwijzer zonder enige rang te bezitten of zonder het ondergaan van een vergelijkend examen en alzo tegen het besluit van Zijne Koninklijke Hoogheid van 20e maart nl. nr. 2.
Ik invitere Ued. Mij de nodige informatie te willen geven wat er al of niet van dit geval aan is en mij te dienen van volledig bericht ten spoedigste.
De commissaris van het Arrondissement Breda aan den Heer Burgemeester van Oosterhout.
1814 – Brief van het Gouvernement der provincie Noord-Brabant aan de Burgemeester van Oosterhout.
26 nov.
De gouverneur der provincie Brabant, overwogen hebbende een missive van de schoolopziener in het 5e district van 27 oktober, houdende, dat H.C. van Eyl, zonder tot enige rang toegelaten te zijn en een vergelijkend examen ondergaan te hebben, de post van schoolonderwijzer te Dorst onder Oosterhout de 13 juni 1814 heeft aanvaard en voorts in consideratie gevende, daar dit alles tegen de bestaande wetten op het schoolwezen strijdig is of gemeld van Eyl met het geven van onderwijs niet zoude behoren te cesseren (stoppen) en de school te Dorst vacant verklaart worden.
Mede gezien het bericht en de informatiën ingevolge aanschrijving van de 31e oct. 1614 nr. 25 door de Commissaris in het District Breda deswegens gedaan, waaruit o.a. volgt, dat, na het verlaten van de school door de voormalige schoolonderwijzer (H.A Kip) de ingezetenen van Dorst zich aan de regering van Oosterhout hebben geadresseerd met verzoek om H.E. van Eyl in zijn plaats aan te stellen, welk verzoek door die regering ingewilligd zijnde, hij dientengevolge in de maand juli een begin gemaakt heeft met het geven van onderwijs, waarin hij zoveel genoegen schijnt te geven, dat er zelfs kinderen van aangrenzende plaatsen bij hem ter schole komen.
En in aanmerking nemende, dat deze handeling van de regering van Oosterhout strijdt met de wet van 3 april 1806 nopens het lager scholwezen, alsmede tegen het daaruit voortgevloeid Huishoudelijk School reglement van 20 jan. 1807 en dat dus de door haar gedane aanstelling van de persoon van H.E. van Eyl alleen moet aangemerkt worden als een tijdelijke voorziening in het waarnemen van de schooldienst, door het vertrek van de vorige schoolonderwijzer noodzakelijk gemaakt.
Besluit:
Art. 1.
H.E. van Eyl provisioneel waarnemende de schoolonderwijzersplaats te Dorst onder Oosterhout, worden bij deze gelast om zich ten spoedigste aan te geven bij de Commissie van Onderwijs of bij de Schoolopziener in het 5e school district, J, van der Noorda te Dinter als met de tijdelijke waarneming van het 2e Schooldestrict, waar-onder Oosterhout behoort, belast, teneinde in geval van genoegzame bekwaamheid en met overlegging van voldoende getuigschriften voor goed burgerlijke en zedelijk gedrag, overeenkomstig de bestaande wetten op de lager onderwijs tot deze of gene rang te worden toegelaten, zullende hij, na hieraan voldaan te hebben en door de schoolopziener goedgekeurd te zijn, zijn bij request aan hem Gouverneur kunnen adresseren om zijn aanstelling tot de post van schoolonderwijzer te Dorst te verlangen.
Art. 2
Aan de provisionele (voorlopige) regering van Oosterhout wordt bij deze het ongenoegen van den Gouverneur te kennen gegeven ter zake van hare afwijking van de voorschriften der wetten op het stuk van her Schoolwezen, met laat, om zich daarvan in het vervolg zorgvuldig te wachten
Art. 3
Aan afschrift van dit Besluit
_________________________________________________________________
1817, Diefstal met inbraak – 13 mei.
Bij Arnoldus Meeuwesen en zijn huisvrouw Adriana Mathee, wonende op het gehucht Dorst.
Beiden waren naar de akker gegaan om aardappels te zetten, het kind was nog naar school, toen de vrouw circa 7 uur thuis kwam, was er een vreemde jongen in huis die door de achterdeur probeerde weg te komen. Hij kon echter niet vlug genoeg wegkomen en was genoodzaakt bij haar te blijven. De pot met “geparelde garst”, die zij had opgehangen, was van het vuur gezet en gedeeltelijk leeggegeten. Een koekenpan met wat gesneden vlees, die in de schoorsteen gehangen had, stond op het vuur. De kast stond open. Er was iemand onder de staldeur doorgekropen en er stond een ladder tegen de muur geplaatst. Er was een gat in het riet, waarmee de zolder van de schuur was gescheiden en de van de zolder open stond.
De jongen beweerde dat hij van de straat af binnen was geroepen door iemand die wel een kop groter was dan hij. Toen was de andere vertrokken, iets onder zijn buisje meedragend, zeggende, dat hij moest wachten en de deur gesloten houden. Hij zou terug komen. Intussen was haar man thuisgekomen, die de jongen met behulp van zekere schoenmaker Leonardus van Gils naar de burgemeester heeft gebracht. De jongen van 13 jaar oud en kwam uit Gouda, zijn vader was soldaat bij het Franse leger en al 11 jaar dood. Al bedelende was hij hierheen geraakt, in schuren slapende.
Arnold Minjon †
+++
Uit Nieuwsblad Dorst van januari 1970
Vogelvoeren
We zitten weer bijna in de winter. Als er een laag sneeuw ligt is de voedselbron voor heel veel vogels afgesloten. Zeer veel vogels zoeken hun voedsel op de grond, akker, wei, wegkant, gazon en tuin. We noemen ze grondvoeders. Denk maar aan merel, spreeuw, mus, ekster, kraai, kauw, roodborstje, winterkoning en kuifleeuwerik. De vogels hebben nu onze hulp dringend nodig. Maar we moeten de vogels met oordeel voeren. Zolang het in de winter open weer is, dus niet vriest is vogelvoeding onnodig, zelfs ongewenst. Onnodig, want in de gehele natuur is volop voedsel aanwezig. Iedere vogel komt wel aan zijn trekken. Ongewenst, doordat het uitgestrooide voer het de vogels gemakzuchtig maakt; ze zoeken geen voedsel meer en de taak va.n de vogels is juist voedsel zoeken in de natuur. En door dit voedsel zoeken ruimen ze onkruidzaden, insecten, insecteneieren en poppen, slakken, pissebedden enz. op. Daardoor zijn ze juist nuttig.
Wij maken dus de vogels tot gemakzuchtige nietsnutten. Verkeerde vogelbescherming dus! Bij strenge vorst, als de grond hard is en vooral na sneeuwval is onze hulp op zijn plaats, zelfs dringend gewenst. Het is ook verheugend dat zoveel mensen de vogels helpen. Maar doe het met oordeel. Geen voer op de grond strooien. Loerende katten overvallen de etende vogels en we schieten dus ons doel, vogels in leven houden, voorbij. Bovendien lokt het voer dat blijft liggen heel vaak ratten en muizen aan, die dan huis of stal binnendringen. Het beste is een eenvoudige voederplank in de tuin te maken. Een stevige paal in de grond en daarop een flinke plank, zo’n 50 cm in het vierkant (een bodem van een kist bijv.) Etende op de plank kunnen nu de vogels de hele omtrek overzien. Ze zitten veilig en strijken er heel gemakkelijk op neer en hij naderend gevaar (roofvogel) kunnen ze snel ontkomen.
Vogelhuisjes zijn wel leuk, maar het duurt vaak heel lang voor de vogels erin komen, het is te afgesloten, te onoverzichtelijk, ze vertrouwen dat bouwsel niet.
Wat voeren we ?
Allerlei keukenafval, fijngesneden brood, aardappelkruim, stuk gesneden appelschillen, aangestoken appel, fijngesneden groentenafval, kaaskorstjes, spekzwoerd met wat pezen en vleesresten eraan. Allerlei afval, wat anders in de vuilnisbak gaat. Voedsel dat kan bevriezen (aardappel, appel) in kleine porties wegleggen, bevroren eten hebben de vogels niets aan. Het lijkt misschien gek, maar spreeuwen zijn dol op krenten en rozijnen. Merels ook. Strooi maar eens een handvol op plank, ze zijn zo verdwenen. Krenten en rozijnen zijn gedroogde druiven, gedroogde bessen dus en merels en spreeuwen zijn echte besseneters. Tijdens de winter roofden ze in enkele dagen de vuurdorens aan de gevels met de fel oranje bessen leeg. Ook allerlei vogelzaden zoals de vogelliefhebbers in hun volières voeren zijn welkom. U kunt ze los uitgewogen krijgen bij de vogelhandel (ook wel in pakjes, maar dan zijn ze veel duurder). U kunt ook een vetbal maken. Smelt bak of braadvet of plantenvet (beslist ongezouten, anders verwekt het dorst) en roer daar vogelzaad door. Giet helt mengsel in een schaaltje, leg er een touwtje of koordje in en na afkoeling kunt U de zaadbol over het voederhuis hangen of in een boom of struik. Vooral mezen maken er druk gebruik van. Voor de mezen kunt u ook pinda’s aan een touw rijgen. De kleine acrobaten weten de nootjes open te hakken en het vetrijke nootje op te peuzelen.
Een halve kokosnoot zal ook in de smaak vallen, vooral bij de mezen (kool – pimpelmees). Vet is bij die kou een heel goed voedsel. Vet maakt in het lichaam warmte. Als de vogels hun buik vol kunnen eten deert de kou hen niet.
Een fijngeraspte wortel lusten veel vogels en is rijk aan vitaminen, die de vogels ook nodig hebben. U zult beslist plezier van zo’n voederplank hebben, vooral voor de kinderen is het bovendien leerzaam. Ongemerkt leren zij de vogels kennen.
Wie komen er op de plank. Dat hangt vooral af waar u woont. Midden tussen de huizen zullen het meest huismussen zijn, een enkele spreeuw, merels, misschien een roodborst of Winterkoning.
Woont U in open bebouwing, vooral war dichter bij de bossen, dan kunt u verwachten, mezen, (kool-, pimpel- en staartmees) vinken, groenlingen, kepen (lijken veel op vinken, maar geel in de vleugels) misschien een specht of gaai, ook eksters, kraaien of kauwen komen in de gauwigheid, dus vliegend ook wel wat weg te pikken. Zo wordt door vogelwaarneming en vogelgenot uw zorg beloond. Als er sneeuw ligt is drinken nodig, de vogels eten dan sneeuw.
Bij kale vorst een schaaltje water met wat suiker geven, dat niet zo snel bevriest. Geen zout. Zet in het schaaltje een omgekeerde bloempot anders gaan ze baden.
C. v. Alphen †