De eerste uitgaven van De Dorstlezer is enthousiast ontvangen en ook goed gelezen, getuige de reacties op “Witte gij ‘t?”. Het ‘gesprek met de geit’ uit mijn eerste column was feitelijk een proefballonnetje met een hoog zweef-gehalte.

Het relaas is geland en begrepen als een hersenspinsel. De moraal van het verhaal was, dat wanneer je ergens aan begint zonder dat je weet waar het eindigt er zich gaandeweg een oplossing aandient. Positief dus. Overigens het is niet de bedoeling om in columns de moralist uit te gaan hangen.

Ik moet de weg nog vinden in columnisten-land, je kunt alle kanten op en onderweg kwijt lopen met de actualiteit hekelen bijvoorbeeld of de ‘situatie in de wereld’ aan een oordeel onderwerpen, misstanden aan de kaak stellen, schrijven dat vroeger alles beter was of met moeilijke woorden heel geleerd gaan doen of juist emotioneel je eigen ziel en zaligheid bloot-leggen. Niets van dat alles is de bedoeling.

“Het is een artistieke expressie, ook als de toon u niet bevalt”, oordeelde ooit een rechter toen een konings-gezinde oranjeklant ooit een columnist strafrechtelijk wilde vervolgen, omdat die beledigend over het koningshuis zou hebben geschreven. Ik wil maar zeggen als schrijver kun je je veel veroorloven.

Dat is echter niet wat ik wens, ook kan ik o deze plek geen recensent van ‘het leven’ zijn. Een herkenbaar of inleefbaar stukje tekst, beschouwelijk met een beetje humor, enige woordspelingen of kwinkslagen en wat milde spot af en toe, dat, liefst, een glimlach oproept. Met dat recept wil ik een column samen-stellen. Om in culinaire termen te blijven, een ‘amuse’ zou het steeds moeten worden. Een ‘toetje’, maar dan vooraf aan de hoofdmaaltijd, om zin te krijgen in wat er verder ter tafel komt. Een luchtig spinsel, een hersenspinsel, zo u wilt.

Zoals een spin er werk van maakt om in haar spinsel haar dagelijks voorraadje insecten te vangen, zo ‘vangt’ ook een hersenspinsel in een web van woorden een gedachte, een overweging of inval. Weet u overigens hoe vernuftig een spin dat web weeft? Vooral juist die eerste draad is voor mij altijd een mysterie geweest. Ra, ra, in hemelsnaam, hoe begint zo’n web? Er is nog geen eerste draad om van het ene punt naar het andere te lopen. Hoe komt hij dan naar de overkant, een ander vast punt?

Iemand, een echte natuurliefhebber, heeft vast ooit eens heel goed op zitten letten. Hij zag hoe het diertje zich op een zuchtje wind liet meewaaien en ondertussen een draad spon totdat het ‘bij toeval’ op een blad, bloem of ander vast punt aanbelandde.

Met het zelfde principe spant hij alle diagonale draden, waarna hij op zijn eigen zwaartekracht de tussendraden spint tot een ragfijn, maar voor nietsvermoedende insecten verraderlijk, net. Heel ingenieus en simpel tegelijk.

Je moet er maar op komen. Hij laat zich, met als enige inzet van zijn kant ‘geduld’, als het ware ‘aan-blazen’. Letterlijk: inspireren. De enige inzet van zijn kant is: geduldig zitten af te wachten op dat zuchtje wind: inspiratie!

Dat is nou precies het idee bij mijn column.

HH